Gepokt en gemazeld. Groot en een tikkie lomp. Van zijn uiterlijk moet de koolraap het niet hebben…. De koolraap is misschien wel de lelijkste onder de groenten, maar laten we hem vooral niet veroordelen op zijn uiterlijk. Dit lelijke eendje heeft namelijk de potentie om in de pan uit te groeien tot zwaan.
Een paarse kruin en een wit gelige binnenkant; de koolraap is vermoedelijk ontstaan door een kruising tussen kool en knolraap. Je begrijpt meteen waar de naam vandaan komt en waarom de koolraap zo vaak met knolraap wordt verward. Door het seizon kun je ze toch makkelijk uit elkaar houden: de knolraap is een zomergroente en de koolraap houdt van de winter. Rond november komen de eerste koolrapen van het land en tot het vroege voorjaar zijn ze goed verkrijgbaar.
Voor bijna alle groenten geldt – kies voor klein. Ook voor de koolraap: hoe kleiner des te meer smaak deze heeft. Let ook op of de koolraap geen beurse plekken heeft en stevig in de hand ligt. Een mooi exemplaar blijft op een droge, donkere plek tijden goed. Zo lang, dat hij het risico loopt om vergeten te worden.
De koolraap blinkt uit in veelzijdigheid. Stoven, wokken, frituren, koken, roosteren – alleen over rauw eten blijven de meningen verdeeld.
Ontdoe de koolraap in de keuken eerst van zijn jasje. Snijd met een scherp mes of stevige dunschiller de schil eraf. Soms is kaasschaaf ook een handig hulpmiddel hierbij. Is het (te veel) gedoe? Snijd dan eerst de koolraap in dikke plakken en snijd dan de schil eraf.
Overigens zie ik nog een gouden carrière als friet in het verschiet voor de koolraap. Even frituren op 180 graden of roosteren op 200 in de oven, beetje zout, beetje mayo en je hebt een heerlijk bordje koolraap frietjes. Wedden dat je de kinderen enthousiast krijgt?
Maar echt in zijn element is de koolraap in de puree. Wanneer de koolraap wordt gekookt, krijgt hij een mooie zoete, aardse smaak. Denk qua smaak aan zoete aardappel. Gecombineerd met bijvoorbeeld geroosterde wortelgroenten, gepofte knoflook en varkensschouder eet je je vingers erbij op.