Snijd de aardappelene in 4 gelijke delen en spoel ze goed onder de kraan.
Doe ze in de kookpan, voeg koud water toe totdat ze net onder water staan. Voeg wat zout toe.
Na 15 tot 20 minuten (afhankelijk van de grootte) zijn de aardappels gaar zijn (tip: zodra je er met een vork in prikt en ze zakken van je vork zijn ze gaar). Giet dan de aardappels af.
Was ondertussen de kervel in koud water en droog deze voorzichtig door de kervel voorzichtig op te rollen in een theedoek of m.b.v. de slacentrifuge. (tip van Ferdinand van de Groene Schuur: zo blijft de smaak het beste behouden)
Braad de saucijzen aan in een beetje olie, zodra de buitenkant van de worst mooi bruin wordt zet je het vuur laag.
Voeg vervolgens de kalfsjus en een klein beetje water toe. Laat de worstjes - met een deksel op de pan - hierin verder garen tot ze gaar zijn.
Voeg naar smaak wat grove mosterd toe aan de jus
Snij de kervel fijn en stamp deze met de boter en de melk door elkaar tot een smeuïge puree ontstaat.
Serveer de stamppot met het saucijsje. Eet Smakelijk!